Overkapte appelteelt een praktisch alternatief?
![Overkapte appelteelt een praktisch alternatief?](https://www.fruitsecurityholland.com/userdata/lijsten/13/355-overkapte-appelteelt-een-praktisch-alternatief-G.jpg?v=IjnT2EIBbh)
Op enkele praktijkbedrijven in Europa staan kleinschalige experimenten met overkapte appelpercelen. Om overkappingen op grote schaal in te zetten, zijn er echter nog te veel vragen. Hoe ontwikkelen ziekten en plagen zich onder een overkapping?
Auteur: Matty Polfliet, adviseur Fruitconsult.
Het artikel komt uit de Fruitteelt 17 en wordt gepubliceerd in samenwerking met de NFO en Fruitconsult. Lees hier het artikel in PDF.
Samenvatting
In 2019 werd een deel van het bioperceel overkapt met een gecombineerd regenfolie- en hagelnetsysteem. Schurft, regenvlekkenziekte en bewaarziekten komen hier veel minder voor, met ondersteuning van uitsluitend een zwavelschema. Meeldauw is moeilijker te beheersen en vraagt veel arbeidsinzet. In de beginfase was de druk van groene luizen hoog, maar dit probleem neemt waarschijnlijk af naarmate de bomen ouder worden. Bloedluis daarentegen wordt waarschijnlijk een pijnpunt. Hier is weinig tegen te doen, behalve het stimuleren van natuurlijke vijanden. Hoe vruchtboomkanker op Kanzi de komende jaren gaat evolueren, zal heel spannend worden. Als dit beperkt blijft, is dit een groot succes.
Overkapte fruitteelt
Overkapte fruitteelt op Proeftuin Randwijk begon op kleine schaal. In 2015 werd één rij Jonagold overkapt met een oude bessenkap. Deze rij is vier jaar lang niet behandeld tegen schurft of bewaarziekten. Ondank dat de bomen wel nat werden tijdens de regen, is hier nooit noemenswaardige vruchtschurft ontstaan. Ook was de uitval door bewaarziekten na lange bewaring minimaal. Op een aangrenzende - niet overkapte - onbehandelde rij daarentegen, ontstond ieder jaar aanzienlijke vruchtschurft. In de biologische fruitteelt kunnen de late rassen in natte jaren veel last hebben van regenvlekkenziekte. In de gangbare teelt biedt de nevenwerking van de meeste zomerfungiciden hiertegen bescherming. In 2018 werd daarom één rij Natyra/Elstar op het bioperceel overdekt met regendoek dat werd gespannen onder het hagelnet. In 2020 werd dit vervangen door een gecombineerd antiregendoek / hagelnet met ritssluiting. Bovendien werd de overkapping uitgebreid tot drie rijen. Zodra het doek wordt gesloten, stoppen de behandelingen, met uitzondering van enkele zwavelbehandelingen tegen meeldauw. Naast bewaarziekten en schurft, bleven ook regenvlekken vervolgens achterwege. Opvallend was tevens de gladheid van Elstar. Schurft, regenvlekkenziekte en bewaarziekten komen dus veel minder voor op de overkapte appelpercelen.
Ziekten en plagen
Maar hoe ontwikkelen andere ziekten en plagen zich als een groter perceel gedurende meerdere jaren wordt overkapt? Uit eerdere onderzoeken was bekend dat druk van spint, roestmijt, bloedluis en meeldauw kan toenemen. Over de ontwikkeling van vruchtboomkanker was echter nog niets bekend. De volgende stap was daarom een halve hectare in het bioperceel te overkappen met een gecombineerd regenfolie- en hagelnetsysteem (in 2019). Het systeem is voor een groot deel gefinancierd door FruitMasters en is dan ook beplant met de FruitMasters-rassen Kanzi, Tessa, Sunspark, Greenstar en Migo. Daarnaast staan ook biologische Elstar en Conference onder de overkapping. Voor voldoende lichtinval - regendoek houdt meer licht tegen dan hagelnet - is gekozen voor een ruimere plantafstand van 4 x 1 meter. Toch zou deze aanplant ongeveer 40 ton per hectare moeten gaan produceren. Ondergrondse fertigatieslangen moeten zorgen voor een optimale watergift.Daarnaast vraagt de drainage extra aandacht, omdat in het rijpad twee maal zo veel regenwater valt vanwege de overkapping.
Insecten en mijten
Vanaf het plantjaar 2019 was de druk van appelgrasluis erg hoog in het overdekte perceel. Dit insect kan in een biologische teelt niet bestreden worden. Het eerste jaar was de aantasting nog acceptabel; de bomen groeiden namelijk krachtig door. Het tweede jaar was de aantasting heftig, met name op Kanzi. Hierdoor dreigde te veel bomen schade op te lopen. Daarop is een zomerolie ingezet die de luizen redelijk onderdrukte, maar ook verruwing veroorzaakte. Ook in de andere rassen kwamen de luizen voor, maar in veel mindere mate waardoor correctie niet nodig was. Dit jaar was er opnieuw veel druk van luizen, maar door het koele voorjaar verliep hun ontwikkeling veel trager. De aantasting kon goed onderdrukt worden met het netelextract Urtibasic en door diverse nuttige insecten. Op het einde van het plantjaar kwamen kleine kolonies bloedluis sporadisch voor in het overdekte perceel. Het leek alsof ze ingewaaid waren vanuit het nabijgelegen Santana- perceel, dat zwaar was aangetast. In het tweede jaar bleef de druk van bloedluis relatief beperkt, maar in het najaar zaten meerdere bomen ineens volledig onder de bloedluis. Hoe vreemd het ook mag klinken, op het bioperceel zijn geen oorwormen aanwezig. Deze zijn in augustus 2020 met behulp van tonkinstokken in het perceel geïmporteerd vanuit het gangbare Conference-perceel. Momenteel wordt onderzocht of ze ook zijn gebleven. Afgelopen winter zijn alle bomen nagelopen op bloedluis en indien nodig behandeld met een handspuit met olie. Dit had een goed effect tot mei, maar daarna nam de druk weer licht toe. Op het bioperceel onder het regendoek is dit jaar bloedluis ook sterk toegenomen, met name op Elstar. Tot slot lijkt ook roestmijt iets meer voor te komen onder het overkapte perceel, maar die worden door de zwavelbehandelingen voldoende onderdrukt. Op termijn moeten de roofmijten voor rust gaan zorgen.
Geen schurft maar …
Al in het plantjaar kwam meeldauw sterk opzetten; het tijdig verwijderen van de witte pluimen in combinatie met een ruim zwavelschema, was duidelijk onvoldoende. Ook in 2020 was meeldauw ondanks een strak zwavelschema niet op een laag niveau te krijgen. Zowel 2019 als 2020 verliep warm en droog, wat ook in de praktijk zorgde voor meer meeldauwaantasting. Dit jaar ontwikkelde meeldauw zich rustiger vanwege het koele voorjaar. Maar ondanks dat ontstond er toch nieuwe aantasting op alle rassen. De aantasting lijkt sterk samen te hangen met de afwezigheid van regen. De meeldauw ontstaat alleen op blad, niet op vruchten; die waren steeds heel glad. De aardbeienteelt in tunnels heeft goede ervaringen met meeldauwbestrijding met behulp van sprinklers. Daarom is boven Tessa een sprinklerinstallatie aangelegd. Dit jaar is vanaf juni gedurende twee dagen per week beregend (twee maal per dag vijf minuten, ongeveer 2 mm per keer). Dit is te weinig beregening om schurftinfecties te veroorzaken, maar hopelijk voldoende om meeldauwinfecties te beperken. Ter controle wordt één rij Tessa niet beregend. Volgend voorjaar zal blijken of hiermee meeldauw voldoende onderdrukt kan worden.
En vruchtboomkanker?
De overkapping boven het bioperceel wordt gesloten voordat de knoppen uitlopen en pas geopend ruim na de bladval. De snoei vindt plaats op het einde van de bladval. Daarna blijft het doek nog twee weken gesloten, zodat snoeiwonden kunnen indrogen. Hierdoor zijn de bomen gedurende alle perioden dat er wondjes ontstaan, beschermd tegen regen. Voor vruchtboomkanker op Kanzi geldt een nultolerantie: de eerste twee jaar worden alle bomen met aantasting verwijderd (in totaal twee bomen). Vanaf het derde groeijaar (2021) worden bomen met stamkanker verwijderd en met scheutkanker diep teruggeknipt. Dit jaar zijn 14 bomen verwijderd en 29 takken teruggeknipt. Bij de verwijderde bomen zat de kanker overal op dezelfde plaats, namelijk op ongeveer 20 centimeter boven de onderstam. Bij de verwijderde takken zat de aantasting regelmatig bij een plukwonde die geïnfecteerd was. Opvallend was dat op een na alle verwijderde bomen in de twee buitenste rijen van het perceel stonden. In totaal is nu net geen 4 procent van de bomen verwijderd.